Bastiaan gaat altijd op de fiets naar school. Hij kan ook gaan lopen, maar dan doet hij er precies driemaal zo lang over. Op een regenachtige dag krijgt Bastiaan onderweg naar school een lekke band. Hij kan nu 3 dingen doen:
Bastiaan slaat even aan het rekenen en ontdekt dat alle drie de keuzes precies even lang duren.
➢ Hoe lang duurt de fietstocht van huis naar school als hij geen lekke band heeft?
We definiëren 2 variabelen: f en k. De fietstocht van huis naar school duurt normaal f minuten. Nu reed Bastiaan lek na k minuten. Hij had dus fietsend nog f – k minuten te gaan.
Combineren van de eerste beide geeft: 3 ∙ (f – k) = 3k + f ⇔ 2f = 6k ⇔ f = 3k
Combineren van de laatste beide geeft: 3k + f = 20 + f – k ⇔ 4k = 20 ⇔ k = 5
Ofwel: f = 3k = 3 x 5 = 15. De fietstocht duurt normaal 15 minuten.